Zie ook: Kruisrib
Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a. "Kruisribgewelf": blz. 282
- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Eerste deel: A - K. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [679 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 668-669 (onder 'Kruisgewelf': het "Gotisch kruisgewelf")
- Ozinga, M.D., Mythe en ratio in de verklaring der middeleeuwse architectuurgeschiedenis. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar in de geschiedenis van de bouwkunst aan de Rijksuniversiteit te Utrecht op Maandag 15 November 1948. Utrecht (Kemink), 1948. [38 blz. ISBN -]. Hierin o.a. blz. 23-26 [waar de dragende functie van de gotische gewelfribben gerelativeerd, zo niet ontkend wordt]
- Oosterhoff, J., Kracht en vorm. De draagconstructie van bouwwerken eenvoudig verklaard. Deel in de serie 'Bouwtechniek in Nederland', nr 4. Delft (Delftse Universitaire Pers), Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 1990. [127 blz. ISBN 90.6275.551.8]. Hierin: blz. 104-106 (in 'De hoge kerkhallen in de Middeleeuwen': "Kruisribgewelf")
engels
- Ware, Dora & Betty Beatty, A short Dictionary of Architecture. London (George Allen & Unwin Ltd), 1953 3e druk/(1e druk: 1944). [138 blz. ISBN -]. Hierin blz. 57 ("Groined vaulting": graat- en ribgewelf), 101.
- Harris, John & Jill Lever, Illustrated Glossary of Architecture 850-1830. London (Faber and Faber), 1966. [304 blz. SBN 571.09074.5] (met ca 250 foto's, deels met benoeming van termen). Hierin blz. 71 ("Quadripartite vault"), afb-nr 33.
duits
- Koepf, Hans, Bildwörterbuch der Architektur. Deel in de serie 'Kröners Tachenausgabe', nr 194. Stuttgart (Kröner), 1985 ongewijzigde herdruk van 2e druk uit 1974/1e druk 1968. [451 blz. ISBN 3.520.19402.3]. Hierin: blz. 242 ("Kreuzrippengewölbe")
- Naturstein-Lexikon. Für Handwerk und Industrie. Werkstoff, Werkzeuge und Maschinen, Wirtschaft und Handel, Gestaltung und Techniken von der Antike bis heute. Redactie: Günther Mehling. München (Callwey), 19934e druk/1e druk 1981. [668 blz. ISBN 3.7667.1054.0]. Hierin "Kreuzrippen": blz. 310
- Lützeler, Heinrich, Bildwürterbuch der Kunst. Dreieich (Komet & Meco), 2000. [440, ISBN 3.89836.164.0]. Hierin "Kreuzrippengewölbe": blz. 154-155
frans
- Vigan, Jean de, Le petit Dicobat. Dictionnaire général du bâtiment. Ris-Orangis (Arcature), 1994. [957 blz. ISBN 2.9504805.2.7]. Hierin: blz. 902-903 ("Voûte d'ogives")
- Cosse, Jean, Initiation à l'art des cathédrales. Deel in de serie 'Introductions', nr 16. La Pierre-qui-Vire (Zodiaque), 20012e druk/(1e druk: 1999). [338 blz. ISBN 2.7369.0274.2 (1e druk: 2.7369.0253.X); ISSN: 0550-3604]. (Kruisribgewelf komt in hele boek voor). Zie vooral: blz. 34-45 ("Définition de l'art gothique: la croisée d'ogives> en l'arc-boutant"), 37-38 ("Les premières voûtes d'ogives"), 97-130 ("Forces et formes")
- Martin, Henri (red.), L'art gothique. Deel in de serie 'Grammaire des styles'. Paris (Flammarion), 1965. [64 blz. ISBN -]. Hierin "La voûte sur croisées d'ogives": blz. 7-10